justice


Met de bedoeling om mijn dagelijkse taak als loyal assistant van mijn baas, een avocaat, meer concrete gestalte te geven mocht ik vorige week eens mee naar de Rechtbank.

Hoe kon ik immers ooit begrijpen dat allemaal op kantoor gaande is, als ik het reilen en zeilen van de Rechtbank niet begrijp. En een obeservatie als getuige is nu eenmaal geheel anders dat de belevenis als verdachte (zie mijn eerste verhalen). Doch ik moest plechtig beloven mij gedeisd en koest te houden.

Wie zou hieraan twijfelen ? Moi, loyal assistant...

Ik voelde me wel zeer belangrijk, nu ik als uitverkorene dit schouwspel mocht aanzien dit vanop de beste plaats dan nog. Nieuwsgierig en leergierig zou ik geen moment missen. Ik stond vroeg op, volbracht mijn ochtendrituelen, was uitgeslapen, pienter en er helemaal klaar voor.

Het begon allemaal met een banale autorit, tot we op de parking van de rechtbank opreden en een eerste controle passeerden, want die parking is enkel toegankelijk voor advocaten. Ik achtte me waarlijk al op de rode loper voor de catwalk... Binnen worden de mensen onthaald aan een speciale balie, waar een van mijn trouwe volgers, Sir F.A., met zijn brits flegma en de nodige kwinkslagen de mensen helpt de juiste zaal te vinden. Hij herkende mij op slag, maar gaf me gelukkig slechts een knipoog, want hij had het vreselijk druk. Ik had dus geen gelegenheid hem te vragen waar wat te beleven viel, welke kelk ik me wel moest onzeggen, gezien mijn belofte.

De bewaking was indrukwekkend, doch voorspelbaar, gezien de week voordien twee rivaliserende bendes elkaar in de wandelgang met klauwhamers te lijf gingen. Overal liepen bewakingsagenten rond in hun gevechtsuitrusting druk babbelend tegen hun kraag en aandachtig luisterend naar een zwart knopje in hun oor. We hoeven ons geen zorgen te maken, vrouwe Justitia lijkt goed bewaakt te zijn.

Gezien mijn baas enkel saaie zaken, zonder enige sensatie te pleiten had, en nogal gestresseerd was, besloot ik maar in alle stilte op eigen krachten op verkenning te gaan.  

Wel, ik heb me nooit beseft wat uiteindelijk allemaal verkeerd kan gaan in die mensen-wereld. In de ene zaal spraken ze over kinderen, in een andere over schulden, over erfenissen, over echtscheidingen, buren die ruzie maakten (dat ken ik) over slagen en verwondingen (daar heb ik ook ervaring mee)… Wat me eigenlijk wel opviel is dat ik het ganse gebouw eigenlijk niemand heb zien lachen. Al de mensen kijken triest, ernstig, gespannen, boos, verveeld, maar niemand lacht. Hoogstens voelen er zich enkele beter dan de andere, maar die lijken me ook niet gelukkig.

Plots zat ik een zaal waar gediscussieerd werd over verkeersongevallen en -overtredingen. Het klinkt banaal, maar jongens, je kan je niet inbeelden wat je allemaal verkeerd kunt doen in het verkeer. Ik die ervan uitging dat zo ik mijn poot niet ophef tegen de gevels, alles reeds OK is… Mis. De mensen moeten stoppen voor auto’s die van rechts komen, stoppen voor verkeerslichten, gehoorzamen aan politieagenten (ik blaf gewoon naar hen), niet te snel rijden, niet telefoneren, niet gelijk waar parkeren.  Noem maar op.  Je zou er de indruk van krijgen dat ze eigenlijk niets goeds doen. Iedereen die ik daar zag, had iets mispeuterd. Geen enkel woord van lof voor mensen die deden wat van hen verwacht werd.

Rare jongens toch op die rechtbank.

Mijn pientere blik viel op een beeld van een witte hond, mooi verzorgd, trots fier en trouw naast haar baasje. Miss Justice 2012.  Ze merkte mijn goddelijke verschijning of was het mijn natuurlijke charme ? Hoe dan ook, we raakten wat aan de babbel, zeer stil om de anderen niet te storen. Ze vertelde me dat ze elke morgen trots met haar vrouwtje meeging in de auto, waar ze stil naar buiten keek, terwijl de kinderen naar school gevoerd werden en nadien meestal een paar boodschappen gedaan werden. Klinkt alledaags en wat saai voorbeeldig.  Dat was wel buiten de waard, namelijk een lokale politieagente, die blijkbaar eens niet voor de veiligheid van vrouwe justitia moest instaan, maar wel van de modale burger, gerekend.   Die zag daarin toch wel een vreselijke overtreding, dewelke zou en moest bestraft worden.  Lap PV, deurwaarder, rechtbank, en daar zaten ze, beschuldigd van de grootste calamiteiten.

Gelukkig bleef de Politierechter zeer stoicijns en sprak hij volgend vonnis uit, dat ik voor u noteerde :


POLITIERECHTBANK TE BRUGGE, 20 februari 2007 NJW 160, 328 Een hond die plaats neemt op de passagiersstoel naast de bestuurder houdt zonder bijkomende vaststellingen geen inbreuk in op artikel 8.3 al. 1 Wegcode.Tenlastelegging Als weggebruiker of bestuurder op de openbare weg niet in staat geweest te sturen of niet de vereiste lichaamsgeschiktheid en de nodige kennis en rijvaardigheid te hebben bezeten.Voornaamste feitelijke elementen Op 10 maart 2006 werd proces-verbaal opgemaakt wegens een inbreuk op art. 8.3 AVR. In het PV staat dat “witte hond vooraan in auto op passagierszetel”. De auto in kwestie was een Volkswagen Golf.Beklaagde schreef: “Ik bevestig dat een witte hond inderdaad vooraan in de passagierszetel zat, maar verzeker u hierbij dat de hond geenszins mijn rijbewegingen belemmerde, daar de hond met leiband was vastgemaakt aan de passagierszetel.”De verbalisante repliceerde met de boodschap dat beklaagde op 10 maart 2006 omstreeks 8u25 met haar Volkswagen Golf langs de Torhoutsesteenweg te Oostende reed en dat er naast haar een grote hond op de passagierszetel zat.“Op het ogenblik van de vaststelling zat het dier stil en keek voor zich uit. Ik heb een overtreding vastgesteld volgens art. 8.3 AVR: bestuurders moeten in staat zijn te sturen qua kennis en lichaamsgeschiktheid + alle rijbewegingen, kunnen uitvoeren, een voertuig besturen, alert zijn in het verkeer, kunnen reageren op onvoorziene omstandigheden en manoeuvres uitvoeren, lijkt mij zeer onveilig en onmogelijk met een dergelijk groot dier naast je in het voertuig dat niet is vastgebonden.”Beklaagde werd gedagvaard uit hoofde van een inbreuk op art. 8.3.1 AVR dat zegt dat elke bestuurder in staat moet zijn te sturen en de vereiste lichaamsgeschiktheid en de nodige kennis en rijvaardigheid moet bezitten.Beoordeling De Rechtbank beschikt over bijzonder weinig informatie: het enige wat vaststaat is dat een grote witte hond op de passagierszetel naast beklaagde zat en dat hij of zij (want het geslacht van het dier blijkt niet uit het strafdossier) recht voor zich uitkeek. Over het ras van het dier ontbreekt elke informatie. Vast staat wel dat het niét ging om een Dalmatiër: dat zijn immers uit hun aard witte honden met zwarte vlekken en de verbalisante heeft klaarblijkelijk geen vlekken gezien, hoewel zij haar vaststellingen deed op klaarlichte dag (half maart is het om 8u25 al klaar).Een herdershond kan het evenmin geweest zijn, want die zou in zijn poot zijn dagboek hebben vastgehouden en de verbalisante heeft geen melding gemaakt van een “dagboek van een herdershond”. Een poedel zou het eventueel wel kunnen geweest zijn, want die bestaan in zwarte, in bruine en in witte uitvoering, maar die zijn doorgaans dan weer niet groot, terwijl de verbalisante zeer uitdrukkelijk heeft gepreciseerd dat het ging om een “grote” hond.Precies dit gegeven laat ook toe met zekerheid te stellen dat het niét ging om een chihuahua. Uit de bijzondere, nuttige precisering dat het dier voor zich uit keek, kan afgeleid worden dat de verbalisante speciale aandacht heeft gehad voor de ogen van de hond. Het was blijkbaar geen pekinees, want in dat geval zou net de verbalisante ongetwijfeld opgevallen zijn dat hij, zoals alle inwoners van Peking, spleetogen had en zij zou dat dan zeker vermeld hebben.Over de vraag of de hond de veiligheidsgordel had omgelegd, ontbreekt eveneens alle informatie. Ook in dit verband ware het nuttig geweest te weten om welk ras het ging. Een boxer bvb. heeft uit zijn aard een platte neus, zodat het niet zo heel veel zou uitmaken indien hij bij een ongeval met zijn snuit tegen de voorruit zou slaan.Een collie daarentegen heeft een spitse snuit, zodat hij een ernstige blijvende invaliditeit en een belangrijke esthetische schade zou kunnen oplopen indien hij bij een eventuele aanrijding door de niet-gordeldracht tegen de voorruit zou terechtkomen. Het is ook niet bekend of het dier een korte stompe staart had, dan wel een soort lange pluimstaart waarmee het kwispelde. Bij een ongeval is het risico op een staartbreukje in het ene geval natuurlijk groter dan in het andere.En ook onbekend is of het ging om een hond met korte, spitse rechtopstaande oortjes, dan wel om een hond met lange, slappe en naar beneden hangende flaporen, die bij een eventueel ongeval kunnen scheuren, waardoor het dier doof kan worden. Dit zou voor het beest een enorm inkomstenverlies en een zware aantasting van zijn economische waarde op de arbeidsmarkt teweeg brengen. Immers, een dove hond hoort inbrekers niet en verliest bijgevolg zijn waarde als waakhond.Bij gebreke aan meer concrete en bewijskrachtige gegevens moet de Rechtbank dan ook besluiten dat niét bewezen is dat de loutere aanwezigheid van een grote, witte hond, die stil zat op de passagierszetel van een wagen, recht voor zich uitkeek en noch boe noch ba, noch woef noch waf zei, noodzakelijkerwijze zou impliceren dat beklaagde, bestuurster van die wagen, niet meer in staat was te sturen of niet meer over de nodige lichaamsgeschiktheid, kennis en rijvaardigheid beschikte. Zij moet dus worden vrijgesproken.

Dat is nu eens een rechter die met de nodige zin voor humor en een meer dan gewone kennis van het hondenras, de bevindingen van een cyno-fobe en overijverige agente weer te relativeren. 

Justice has been done.  
Wij worden gelukkig nog beschermd voor willekeur. 



In het vervolg maak ik een ommetje als ik blauw op straat zie.