Zuidpool

Jongens, berekoud. Het vriest dat het kraakt.
Als ik deze morgen vroeg buitengelaten werd voor mijn ochtend-ding, hoorde ik de tuin kreunen, zieletogen en echt kraken. Best spookachtig een echte duisternis, het zilveren licht van de maan, krakend ijs en verder absolute stilte...  Geen vogels, geen buren, de kippen waren stil, geen enkele auto op de baan. Gewoon ik en de wereld en de bijtende koude.
Het doet mij denken aan een andere BF (bekend familielid) : Frisko zaliger. Hij wist alles van pinguins en robben die hij nog opgejaagd zou gehad hebben in Antartica. Je hoort het goed : aan de zuidpool. 
Hij was de loyal assistant van een scheepskok, beiden aan lager wal geraakte nachtraven, die geheel berooid zich lieten inlijven voor een expeditie van Adrien de Guerlache. 



Een ware ontdekkingsreiziger die einde de achttiende, begin negentiende eeuw, de klassieke ontdekkingstochten beu was en abosluut iets nieuws wilde ontdekken.  Begrijpelijk : ontelbare confraters bezochten reeds de exotische oorden, zelfs de Dominicaanse Republiek was gemeen goed geworden. Uiteindelijk bleef er slechts één gebied, mega groot maar ook zeer koud oord, over : de zuidpool. Slechts een handvol mensen waren er ooit eerder geweest.  Misschien vond hij erg wel ongekende schatten of deed hij wetenschappelijke vondsten, zeker zou dit enorme gebied van erg strategisch belang zijn. Had hij misschien reeds lucht van de koude oorlog ? Wie weet.
Hij zou als trotse Belgische marine-officier. die Amerikanen en Britten eens een lesje leren. Deze waren unaniem : de Zuidpool moest en zou ontdekt worden, maar de bangeriken durfden niet, het was er te koud. België had geen marine van betekenis en slechts een povere 60 km kustlijn, maar wel een oude reputatie hoog te houden : “Horum omnium fortissimi sunt Belgae... (J.Caesar, De Belliico Gallico).  Hij verzamelde de nodige centen, kocht een kloeke driemaster, wierf ware zeelui aan (Frisko zou in de keuken assisteren, de ratten vangen en voor het nodige vertier zorgen) en samen met een groep wetenschappers trokken zij naar het zuiden. Die dachten aan een snoepreisje naar de Middelandse Zee, Het was iets verder : dag na dag slonken de voorraden en de ratten werden zeldzamer. De kou sloeg meer en meer toe en zelfs de zee vroor dicht.



Op 6 maart 1898 kon de Belgica niet meer voor- of achteruit. De expeditie zat ingesloten in het pakijs en daar de winter voor de deur stond, was de kans op bevrijding zo goed als nihil. Den chef, Adrien De Gerlache raakte niet in paniek, integendeel. Hij leek zeer tevreden over de gang van zaken. Voor het eerst overwinterde een expeditie op het Antarctische pakijs. Een buitenkans voor de wetenschap. Of zoals de Gerlache het later uitlegde: "Dankzij onze overwintering beschikt de wetenschap ten minste over meteorologische waarnemingen die uur na uur werden gedaan, een heel jaar lang, dus gedurende een volledige cyclus van 365 dagen". Velen beweren dan ook dat de Gerlache zich doelbewust heeft laten insluiten. Tja, en het zal wel niet geweest zijn om de flora of de lokale insecten & vlinders  te bestuderen en steeds dezelfde metingen doen lijkt me nu ook niet zo spannend.

Een beslissing die bijna faliekant afliep.  Er waren voedsel tekorten, de zon kwam niet meer op en de bemanning raakte na 1.600 uur nacht ziek, geestesziek en erg depressief. Frisko werd dus maar op pad gezonden om pinguins en robben te vangen, zodat zijn baas die kon opdienen aan de bemanning.  

Er werd alles aan gedaan om de Belgica te bevrijden: met springstoffen trachtte men het ijs te doen breken, met zagen probeerde men een vaargeul te maken, maar allemaal tevergeefs, pas in de zomer raakte het schip weer vrij en kon Frisko weer op begane grond ravotten en zijn woeste verhalen vertellen. Hij beslsite wel geen tweede keer meer mee te gaan, hij had er zijn buik vol van. 
Ondertussen bestaat wel nog altijd een modern oceanografisch onderzoeksschip Belgica,  eigendom van de Belgische staat de Belgica

Geef mij maar onze comfortabele -20 °, mijn warme mand en zalige hondenbrokken op tijd en stond. Deze zomer zal ik wel aangenamer contreien verkennen. Ben al best tevreden de verschikkelijke sneeuwhond in mijn tuin ontmoet te hebben.