I had a dream

Deze nacht had ik een bijzondere droom.


Het begon allemaal op een koude, stormachtige en zeer donkere avond in december. Iemand, hij leek wat  op mijn baas, maar stukken jonger dan, had weer eens van zijn te gekke ideeën : alhoewel hij een trouwe hond had, wilde hij er nog een, minder groot maar zeer guitig om wat leven in de brouwerij te brengen.

Zijn oog was gevallen op een oud ras, dat geheel vergeten was en destijds door een Engelse dominee ontdekt werd, waarbij de hondjes gefokt werden om de ratten die paardenstallen teisterden, te verdelgen. Uiteindelijk hebben we een gemeenschappelijke stamvader.

In het begin voelde dat wat raar aan, van een stal naar een kantoor, doch het leven had ook zijn goede kanten. Zo genoot ie van het comfort, had hij een goede vriend, goed eten en ongelooflijk veel amusement. Ellenlange tochten, hij kon zelfs ravotten  met de katten van zijn baas.

Elliot, samen met zijn kat Ness, waren onomkoopbaar, the untouchables. Ze zouden het kwaad bestrijden en uitroeien. Al Capone werd al bleek alleen bij het horen van hun naam. En gelijk had hij.

Zijn geluk kon niet op als ie vernam dat zijn baas ook van paarden hield. Eens de jaren van verstand bereikt, kon hij mee op wandeling, waarbij hij van het ene boerenerf naar het andere raasde, de boel op stelten keffend, om iedereen trots aan te kondigen dat zijn paarden in aantocht waren. Tenzij het fel regende, dan had ie de truuk en het ritme gevonden om onder een paard te lopen, zodat hij niet nat geregend werd. Ondertussen vond ie zelfs de tijd om menig teefje te bezwangeren.





Het geluk kon niet blijven duren. Zijn paard stierf, zijn goede maten ook, er kwamen wel andere, maar die waren te jong en te speels voor hem. Hij vond het echt zo vermoeiend en begon meer van het comfort dan van het avontuur te genieten.

Hij kreeg een mooie opdracht, de moeder van zijn baas te troosten die net haar hond verloren had. Het plan was dat ie veertien dagen zou gaan logeren, maar dat werd vlug een maand, twee maand, ... om uiteindelijk daar te blijven. Hij miste misschien wel het avontuur maar de koffieklets, waar koekjes voor zijn neus maar bleven vallen, sprak hem meer aan. Een ware ramp voor zijn lijn, maar o zo lekker.

Jaren hield hij dat vol, maar meer en meer verlangde hij naar absolute rust. Wat hij gisteren ook vond. Spijtig genoeg kon hij zijn baas niet meer terug zien. Het zou te druk geweest zijn, zo zegde men hem.

Tiens, ik blijf bij mijn baas, tot een van ons het definitief opgeeft. Zelfs zo het elders nog beter moge zijn.

Hi5.

Watson.




Elliot,
Als Hades moeilijk doet voor de overtocht, zeg hem dat ik het wel zal regelen, we kennen elkaar. 
Ga spelen met je maatjes, je zal verwonderd zijn wie je daar zal terug zien. Doe hen veel groeten.
E.