zinloos geweld

zinloos geweld of hoe geweld zinloos is (of nog slechter)...




Naar jullie weten ben ik een Fox Terrier. Knap, intelligent, vlug, een doorzetter. Sommige noemen me een koppige ezel, maar dat zijn meestal wezens die me niet begrijpen of die mijn aandacht en mateloze affectie niet waard zijn.

Reeds vanaf de tweede dag in mijn nieuwe thuis, ik was net vier maand oud, probeerde ik mijn maten diets te maken dat ik geen vodje was. Eens dit duidelijk, konden we ravotten –toch naar mijn- hartelust. Albert, de eerder passieve maar vriendelijke kolos, Chienne super in snelheid en wendbaarheid, en ik, de intelligentste, die me steeds net op tijd kon verbergen of hen ineens kon verbluffen met een schijnaanval, al dan niet vooraf gegaan door een geveinsde vlucht.




Maanden ging alles goed en kon ik mijn gang gaan. Ik lachte dikwijls in mijn vuistje als ik hen zoals gewoonlijk weer eens beet had of als ze buiten adem raakten.






Je begreep het al, tja waarom weet ik niet zo best, misschien omdat te goed algauw gaat vervelen, bedacht ik een nieuwe olympische discipline : kuiten bijten... Ho, wat heb ik me geamuseerd, wat konden die ouderlingen spurten. Ik kleine David tegen twee Goliaths en nog winnen ook. Olympisch goud en een lauweren krans.




Van kwaad moest natuurlijk erger komen, wat verwacht je van een kleine held zoals ik.

Chienne beperkte zich tot janken,

Maar dienen harige mamoet… Zwijg me erover, die was mijn grappen meer dan moe, verafschuwde mijn pijlsnelle schijnbewegingen en rake aanvallen en raad eens… Yep, hij durfde een tegenaanval op mijn eigenste persoontje aan. Dienen lomperik durfde, mij, de leukste uit duizenden, te bijten. Dit enkel en alleen met zijn brute kracht zonder één ons verstand, noch taktiek............

Hoe een spelletje ontaardt in een vechtpartij. Zinloos toch.

Goed, eerst was ik wel onder de indruk, doch dra vastberaden hem dit dik en dubbel betaald te zetten. Mijn reputatie stond op spel.



Het erop volgend gevecht was memorabel. Mijn motivatie was nobel en inspirerend : revanche, oog om oog... De plukken vacht vlogen in het rond, en geen van ons beiden die nog dacht een KO te veinzen of op te geven. Ik had die koehond flink te pakken : na de plukken vacht, volgde puur bloed, massa’s bloed. Zoals het hoort bij een flink gevecht.

Eens een beetje gekalmeerd, nam ik de schade op. Damned, het was blauw bloed, ik keek nog eens, ja se, blauw… raar toch ?

Geradbraakt was ik, elke vezel in mijn nobel lijfje deed pijn…

Nobel ?

Blauw ?

Pijn ?

Duizend bommen en granaten, die harige vette haring had me te pakken gehad, IK en niet die prehistorische overgroeide buffel verloor liters bloed.

Ho, dit werd ineens een ander verhaal.

Ambulance, zwaailichten en sirenes, medische zorgen, pijn, helse pijn. Het beste en het snelste was net goed genoeg voor me. Het bleek dat ik hem zo gebeten had, dat ik een hoektand verloor die in zijn vacht was blijven steken. Mijn gaaf gebit, mijn gemeen lachje, reputatie, mijn adonische verschijning, mijn olympische titel, alles in een klap ineengestort.

Eerst was ik een wrak, misschien wel verdoofd tegen de pijn, maar nog slechts een hoopje ellende geraakt in zijn ganse wezen : mijn ego was geraakt, mijn wereld ineengestort, enkel wrok bleef knagen.

Ik nam zelfs een lidkaart bij de lokale Blood & Honour en droomde was een queste van wraak en vernieling, een gemeen bestaan op een Harley, een lederen jekker, tattoo’s op mijn poten, in en rond naar drank en drugs walmende kroegen, waar de rekeningen met de grootse moeite betaald werden. Enkel mijn lotgenoten zouden me nog kennen.

Hoe zinloos het plegen van geweld niet is en tot welke zinloze situaties het niet leidt ? Ik die zo investeerde in mijn intelligentie, zelfstudie, die zo'n hoopvolle dromen koesterde, de lieveling van allen, zou vervallen in zuipen, grootspraak, clan gevechten en aftandse moto’s.

Zou ik alles opgeven ?

Hoe zinloos zouden de gevolgen van dit geweld niet zijn.

Neen, daarvoor heb ik te veel vastberadenheid en moed. Ik maakte van de nood een deugd. Ik vervolledigde mijn reeds perfecte looks, met een ruig tandje of kantje en een paar lidtekens. Ze zouden me nu zeker wel uit de weg gaan, die bastaards in het park terwijl hun teven bij bosjes voor me zouden vallen.

Alsof deze mateloze ellende nog niet volstond, er zwaaide wat thuis. Jongens, ze konden er niet mee lachen. De reactie was wel buitensporig zwaar : voor onbepaalde tijd opsluiting in een verbeteringsgesticht. Zero-tolerance. Niets mocht ik nog mispeuteren, permanent onder toezicht. Een millimeter uit te pas lopen en de krant vloog rond mijn oren. Gedaan het zalig niets doen. Elke dag mijn job full-time vervullen. Een kik te veel of te weinig … de krant. Soms een roddelblaadje, soms zwaardere kost zoals The Financial Times, dat bleef langer op mijn maag liggen. Spijtig genoeg nooit de SUN, anders kon ik nog wat bijverdienen door alles af te luisteren en te rapporteren.

Maar serieus, tegen die kranten kon ik niet op.

In deze trieste omstandighedenbleef me nog slechts één optie over : mijn taken stipt uitvoeren en koest zijn, anders de krant. In het begin las ik elke editie van elke krant en leerde ik veel bij over politiek, sport, mode, ontspanning, zoekertjes van loosers die een job of een vrouw zochten, van wanhopige werkgevers op zoek naar personeel. Er waren er zelfs die hun hondenhok voor een appel en een ei van de hand wilden doen (wat gebeurde met de bewoner dezer ?) Maar dat verveelde ook algauw, ik verkies actie boven het lezen van imaginaire actieverhalen. Wat je zelf doet, doe je immers meestal beter.


Daar begon het me te dagen. Ik had een regelmaat, een missie en een job : een loyal assistant. Dat was mijn roeping. Met dit besef ging ik fluitend door het leven, mijn baas helpend waar ik kon. Hem verwittigen dat iemand aan de deur stond, hem eraan herinneren dat het tijd was voor mijn wandeling, etenstijd... Zo kon ik hem nog wat regelmaat bijbrengen en hem het plezier schenken om te mogen zorgen voor mij.

Wat is een hond zonder zin in zijn leven ? Een vodje ellende een nietsnut.

Mijn heropvoeding werd een echte leerschool en maakte mij het leven veel aangenamer en rustiger. Ik zal me wel leren uitdrukken en mijn spitante geest laten heersen, zonder agressie noch plotse trekjes van een driftkikker, die steeds voorbereid moet zijn op een plotse metamorfose tot een baarlijke duivel.

Nog een voordeel van tussen de lijnen te schreef lopen, is dat ik nu ook begeleiding krijg van een persoonlijke coach, Geert Debolster (www.debolster.be) .


De eerste sessie deed wat raar aan, een onbekende ruimte waar mijn geest geanalyseerd werd. Maar mijn argwaan was geheel overbodig, ik kreeg een wandeling in een zonnig park, nadien leerde ik apporteren. Misschien (nog) geen olympische discipline waard, maar fun, fun, fun…, want na elk succes wordt ik uitbundig beloond. Als ik me hierin bekwaam, zal ik ongetwijfeld evenzeer uitblinken. Misschien schrijf ik mij in voor agility of in het hoogspringen, als ik het internet mag geloven, zouden mijn rasgenoten hiervoor uiterst geschikt zijn.

Zo werken en spelen we verder in de hoop een harmonie te vinden en deze te cultiveren. Saai ? Helemaal niet, een nieuw doel.