Oprichting van SF2 en meteen onze eerste opdracht

The smell of fried chicken in the morning

We bruisten van optimisme en energie, de meesten onder ons toch. We hadden alle drie een kantoor-job, ik als jongste werkte full-time, maar deelde mijn dag vrij in.  Mogelijkheden zat, en we keken uit naar wat actie.


Mijn companen waren wild-enthoesiast, zodat ik onmiddellijk een algemene vergadering samenriep, onder het mom dat we dringend de tuinafsluiting dienden te inspecteren. Er was daar iets loos. Ijzer smeedt men nu eenmaal terwijl het heet is.

Mijn idee was nog niet zo dwaas, doch ons succes zou veel afhangen van onze organisatietalenten, waarvoor ik slechts op mezelf kon rekenen.  Dra had ik begrepen dat ik als enige wat structuur in dat zenuwachtig gekef en woest gehijg kon krijgen, zoniet bleven we haperen in de fase van opgeblazen en overdreven toog-verhalen, waaraan elkeen zijn gezonde dosis twijfel heeft.

"Bon".
Zoiets zag ik in een politiereeks op TV, dienen flik startte elk idee zo, en hij rondde het onvermijdelijk af met het bevel : “checken”. Hij leek een beetje als de oudgediende boxer in een asiel, reeds sedert lang van alle functies ontslagen. Maar fossielen kunnen nu en dan nog eens hun tanden laten zien, zelfs al ruikt hun adem niet altijd even fris.

"BON…"

Ze vielen stil, eindelijk. Mijn blik sprak immers boekdelen, Ik had geen nood aan een artificieel imago. Mijn natuurlijk gezag was onmiskenbaar.

"SF2.

Staat voor Safety First, Special Forces. De wereld heeft nood aan veiligheid, minstens een gevoel van veiligheid. Niet het goedkope rambo-fake, maar het echte werk :
-         Observeren (ook verder dan de afsluiting, Albert !), rustig en onopgemerkt (Chienne !)
-         rapporteren en bevelen krijgen,
-         Actie ! Geweld mijden we, maar schuwen we evenmin. Hiervoor hebben we alles in huis : oerkracht, snelheid, vastberadenheid.
Ik wil nog de eerste boef ontmoeten die hier tegen op kan.
Iedereen akkoord ? 
Onze groep noemt SF2.  We hebben drie vennoten, wij dus. Kandidaat secretaris ? Kandidaat penningmeester ?

Ik maakte oogcantact, doch beide kersverse vennoten staarden elkaar schaapachtig aan.

"Jaja, ik begrijp het, de corvés voor mij ? Voorzitter … ? Jaja, dat neem ik ook wel voor mijn rekening."

Voilà, net zoals ik het wilde. Statuten lagen vast en ik werd met unanimiteit der stemmen benoemd als voorzitter. Nu was checken zeker niet aan de orde.
"We gunnen onszelf 10 dagen de tijd om onze conditie op peil te brengen. Dit betekent : rondjes lopen. We starten met vijf rondjes, op ons nuchtere maag, elke dag er een rondje bij. Er wordt geen enkel excuus aanvaard.  We moeten ten allen tijde paraat en fit zijn. Kwaad slaapt nooit.
En zulks betekent niet dat ze onze job verwaarlozen.
Gesnopen  ?"

Ik leg het wel uit aan de baas : onze conditie heropbouwen, teambuilding (door zijn assistant, buiten de uren georganiseerd tijdens ons verlof en dit alles gratis, wie kan dat weigeren aan zijn trouwe medewerker?).

De eerste dagen leken we een stel pruttelde en doorroeste locomotieven. Maar binnen de kortste keren werden we topatleten, elk mijn zijn specialiteit en waren we geheel op elkaar afgesteld. Een ware metamorphose.

We hadden een naam, een team, een missie en we waren polyvalent. Onkosten hadden we niet. Wat stond er ons nog in de weg ?

Niets.

Niets.

Doch, perfectie bestaat niet. Ikzelf ben slechts een uiterste zeldzame uitzondering.

Check en dubbelcheck : wat had ik vergeten ? 


Maar dat is het !  De essentie, het ei van Columbus. Het lag voor de hand : we missen onze eerste opdracht. De ware reden van ons bestaan, een opdracht om die tot een goed eind te volbrengen.   

Die eerste opdracht zou wel komen, dankzij mijn uitgebreide fanclub, maar die brave luiden moeten eerst nog een probleem hebben, en dan nog eentje van het soort dat we kunnen oplossen. Dit is slechts een schrale troost voor wie de deugd van het geduld geheel ongekend, onbemind en vreemd is.


Onze buurvrouw bracht evenwel redding. Vanaf de eerste dag van ons verlof, altijd net na onze training, hoorden we haar een vreemd geluid produceren… Wat kon dat toch zijn ? Stembanden ? Menopauze ?  Een indiaans gebruik ? Paringsdans ? En dan nog steeds bij de omheining, waar het steeds meer begon te ruiken : een onbestemde geur, broeierig, rottende faeces, … En steeds dat irriterend geluidje : tok, tok, tok…

We hebben uiteraard onmiddellijk observatie posten uitgezet en wachtrondes georganiseerd. Dit gedurende dagen. Plots, net wanneer ik mijn morgen-dutje aanvatte en van weidse velden droomde, kreeg ik ineens een ferme por in mijn ribben van Chienne.
"Chef, er is iets aan de hand…"
We namen allen onze positie in. Albert links in de struiken. Chienne rechts, ik zelf wandelde schijnbaar nochalant fluitend doelloos rond, maar hield alles in de gaten vanachter mijn zonnebril. Fysiek leek de buurvrouw normaal. Ze ging naar haar afvalhoop (net tegen onze omheining, maar das een andere kwestie), en kakelde wat :

Toktoktok… Toktok ? Totkotkotkot…. TOKKKKK !

Ineens een ijselijke gil,

ze rende naar haar huis en stoof in een recordtempo (mijn vrouwtje heeft meer tijd nodig ‘s morgens) op haar fiets weg. Een blokje rond en plots stond ze in onze tuin. We staarden ons allen onnozel aan. Wat is er nu aan de hand ? We doen toch wat we willen in de tuin, we storen niemand, we observeren enkel. Lage dekking dan maar, verdere evolutie afwachten. Observeren. Alert blijven.

Als ze wat rustiger werd, en op adem kwam, kon de buurvrouw haar verhaal doen, en val nu niet van uw stok. Ze had het lumineus idee opgevat om kippen te houden, net tegen de omheining, waar we hen kunnen ruiken en zien. Dit op zich is reeds een te gek en vooral riskant idee. Zo tart men het noodlot.

We monkelden al in het aangezicht van dergelijke stommiteit.

Verder had ze een gat gemaakt in onze omheining, zodat haar kippen een wandeling zouden kunnen maken als SF2 uit werken was.

Ik zweer het u.

De kippen waren op wandel vertrokken en kwamen niet meer terug. En ik die dacht enkel buikpijn te krijgen van pruimen te eten.

De kippen spoorloos, onze struiken gevandaliseerd, wat pluimen en een bangelijk gesmoord gekakel als van een bang kuikentje.

De buurvrouw verdween, wij lachten nog meer en harder, en plots stond ze daar opnieuw. Haren in alle richtingen, zonder verdere uitleg, doch gewapend met een ferme mattenklopper. Gesakker, geruis en gedruis in het struikgewas en plots een een formidabele plets, gegil van een kip die leerde vliegen met een wolk pluimen achter zijn vodden.



Triomfantelijk sprong zij uit het struikgewas. Een ace. Game set and match. Navratilova deed het haar nooit na op centre court in Wimbledon.

En wij ? We bleven ondanks alles alert : de dagschotel ? Vol-au-vent en kip aan het spit als hoofdschotel.



The taste of succes.