Het geheim van de eenhoorn.

Waw, mijn familie in de bioscoop.

Zondag ging ik zien naar de laatste hype op cinematografisch vlak : Kuifje (& Bobby, die men al te vaak vergeet) en het geheim der eenhoorm. Ik ging speciaal naar de premiere om als eerste dit kunstwerk te mogen en kunnen aanschouwen.

De film is mega-cool, dan nog in 3D, echt zeer mooie effecten.

Mijn interesse ging vooral naar mijn rasgenoot, Bobby, Milou of Snowy, zoals ge maar wilt, die de ware hoofdrol speelt, net als in echte leven. 


Rechtuit : ik vond hem werkelijk veel te veel opgesmukt, sneeuwwit gepoederd, nooit enig haartje uit te plooi, nooit een vuil pootje…

Mijn looks, de enige echte zijn veel gaver en ruiger. Ik ruik tenminste nog als een hond,  sta vol lidtekens en verloor reeds een hoedtand in een moedige strijd, ... mijn ogen spreken boekdelen en zijn stukken mooier.

Voor het overige werd mijn ras wel zeer goed uitgebeeld. Bobby is, net zoals mezelf, boordevol ondeugende streken, zeer leergierig, steeds bereid op het volgend avontuur, kan zijn schrik goed verbergen en bleeft steeds moedig, maar vooral hij assisteert zijn baas Kuifje voorbeeldig. 


Grandioos hoe uitgebeeld werd hoe wij een rotweiler temmen en hoe we onze pijn kunnen verbijten als vallen of overhoop gereden worden door een of andere auto.

Toch is en blijft hij te veel gefatsoeneerd en verliest zo veel van mijn charmes. Ik betwijfel of hij een zo’n uitgebreide kennissenkring heeft in alle lagen van zijn omgeving. Zou hij kunnen rekenen op de lokale ratten ? Heeft ie evenveel mensenkennis ?

Toch blijft de lijkenis wel treffend. En die Castafiori komt me ook bekend voor.

Maar voor het vervolgverhaal moet ik zeker dienen Amerikaan, Spielberg eens een afspraak toestaan, zodat hij de ware ik leert kennen. Ik moet hem behoeden voor een tweede vergissing van zo’n formaat. Misschien dat ik hem eens een rondleiding geef in het Hergémuseum en de mooie plekjes in Brussel. Ik ben er zeker van dat hij wel Manneke Pis kent, maar dienen kan niet op tegen mij en mijn rasgenoten die tegen elke hoek en paal onze poot opheffen.